
Rolduc
bakermat van het voetbal in de mijnstreek
Het is begin september 1888. Op de jongensschool van Rolduc begint een nieuw schooljaar. Al sinds jaar en dag komen katholieke leerlingen van heinde en ver naar de Zuid-Limburgse kloosterschool. Dat is dit jaar niet anders. Het verschil is dat er iets gebeurt dat van grote invloed zal zijn op de Rolducse leefgemeenschap en uiteindelijk zelfs op de regio. Eduard Fattorini en Balthazar Porri zijn de verantwoordelijken. Deze twee Britse jongens, de een uit Bradford de ander uit Shipton, komen naar Rolduc met de regels van een nieuw spel in hun koffer en het belangrijkste attribuut voor dat spel: een voetbal.
Door Marcel Put
Al snel is de cour het speelveld voor ‘het voetbal’. Niet iedereen is enthousiast. De heren niet omdat er nogal wat ruiten sneuvelen. De niet-voetballende leerlingen omdat de voetballers menen dat de hele cour van hun is. Tot een verbod van het voetbalspel leidt dit vooralsnog niet. Dat gebeurt pas twee jaar na de introductie ervan. Oorzaak is geen roet, maar een bal in het eten.
Conrector
Corten verwacht hoog bezoek uit Brussel. Op zijn kamer wordt voor de gasten een feestmaal geserveerd. Het beste servies is uit de kast gehaald en de tafel is gevuld met heerlijke wijn en lekker eten. Het is een mooie dag en de ramen van de conrectorskamer, die uitkijken op de cour, staan open. Natuurlijk wordt er gevoetbald. Een wel (of slecht?) gemikt schot vliegt door een van de openstaande ramen en richt een grote ravage aan op de feesttafel. Corten is des duivels en verbiedt het voetballen. Het lot van de ongelukkige schutter, die de paters vast en zeker hebben weten te ontmaskeren, is helaas niet bekend.
Het verbod duurt echter niet lang. Ook buiten Rolduc is de jeugd met het voetbalvirus besmet en het is niet onwaarschijnlijk dat ook enkele heren enthousiast zijn over het nieuwe spel. Bovendien is er mogelijk sprake van pauselijke invloed op Cortens besluit het voetbalverbod in te trekken. Ter gelegenheid van enkele sportwedstrijden in het Vaticaan zegt Paus Pius X namelijk: ‘De jongelieden moeten van sport houden, het doet hen goed naar lichaam en ziel.’
De katholieke kerk omarmt de volkssporten in opkomst, waarvan voetbal de belangrijkste is. Mede daarom krijgt Rolduc in 1909 een eigen voetbalveld. Het is een van de eerste beslissingen die de nieuwe directeur, monseigneur Schrijnen, neemt. Onder protest van de provisor, die bezwaar had tegen het opofferen van een deel van de moestuin, laat Schrijnen het sterk glooiende terrein tussen de cour en het bosquet nivelleren. Enkele maanden later, op 14 november 1909 wordt de eerste aftrap voor een voetbalwedstrijd op de Rolducse grasmat verricht door … directeur Schrijnen. Blijkbaar had het voetbalvirus hem ook te pakken. Vijf jaar later wordt hij bisschop van Roermond.
Foto: Bisschoppelijk Centrum Rolduc
Geef een reactie